Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [12]antwoordde de Levietische man, de [13]man van de vrouw, die [14]gedood was, en zeide: Ik kwam met mijn bijwijf te Gibea, dewelke Benjamins is, om te vernachten. 12. Dat is, verlof hebbende om te spreken, zo nam hij het woord, en verhaalde de ganse zaak; zie hfdst.18 vs.14. 13. Hoewel de vrouw zij bijwijf was, werden zij nochtans voor echte lieden gehouden; zie hfdst.19 vs.2. 14. Dat is, alzo mishandeld, dat zij er van gestorven was, gelijk in het volgende verhaald wordt.